Gezag

Alle minderjarige kinderen staan onder gezag. Het gezag over een kind ligt vrijwel altijd bij de ouders. Dit betekent dat de ouders het kind opvoeden en verzorgen, wettelijke vertegenwoordiger van het kind zijn en het vermogen van het kind beheren. Na een echtscheiding is het uitgangspunt dat beide ouders het gezag behouden over hun kind en hun kind dus samen blijven opvoeden. Op grond daarvan zullen ouders belangrijke beslissen omtrent hun kinderen (bijvoorbeeld schoolkeuze) dan ook met elkaar moeten overleggen.

Omgang en co-ouderschap

Kinderen hebben volgens de wet  recht op omgang met beide ouders. Dit betekent niet dat een kind ook altijd evenveel tijd bij de beide ouders zal doorbrengen. In veel gevallen is het hoofdverblijf van een kind na de echtscheiding bij de ene ouder en is er een omgangsregeling met de andere ouder. Indien een kind (vrijwel) evenveel tijd bij beide ouders doorbrengt en beide ouders de zorg voor een kind dus in gelijke mate voor hun rekening nemen, dan wordt dit co-ouderschap genoemd. Aangezien co-ouderschap betekent dat een kind intensief door beide ouders wordt opgevoed is dit alleen mogelijk indien beide ouders hiermee instemmen. Co-ouderschap kan fiscale voordelen met zich meebrengen.

Een omgangsregeling die samen is overeengekomen, kan door het wijzigen van omstandigheden niet langer reëel zijn. In de praktijk zullen afspraken ten aanzien van de kinderen met enige regelmaat veranderen. In die gevallen kunt u in onderling overleg een andere regeling overeenkomen. Het is dus essentieel dat er een vorm van communicatie tussen de ouders bestaat. De mening van kinderen van 12 jaar en ouder dient hierbij meegenomen te worden. Wij adviseren u de gewijzigde afspraken schriftelijk vast te leggen.